Tekst
Lieve Joris
uit Wilfried #2
Lente 2021
Het leegmaken van het ouderlijk huis is een van de meest confronterende gebeurtenissen in een mensenleven. Daarover gaat dit beklijvende, autobiografische verhaal van Lieve Joris, de grand lady van de Nederlandstalige non-fictie. In Terug naar Neerpelt (2018) schreef ze over het huis aan het kanaal waar ze opgroeide als middelste kind in een woelig gezin van negen. Dit verhaal speelt zich af in het ouderlijk huis in Hasselt, waar ze na de dood van haar vader neerstrijkt met haar jongere zus Hildeke. Terwijl ze haar vaders brieven, foto’s en paperassen doorzoekt, stuit ze ook op documenten van haar overleden broer Fonny en komt het familieverleden onstuitbaar opzetten.
Het huis rook naar vocht. Zodra ik de gang in liep, rook ik het weer, en ook in mijn vaders bureau walmde het me tegemoet. Je raakte eraan gewend, maar het kroop in je kleren; in de trein naar Amsterdam schaamde ik me telkens voor de ouwe lucht die om me heen hing. Water in de kelder – het mankement had zich al lang geleden aangediend. Volgens de buurman was dit een moerassig gebied en had niemand hier een kelder. Het conglomeraat van bevriende zelfstandigen dat mijn vader had geholpen bij de bouw van het huis was daar niet van op de hoogte geweest. In een poging het euvel te verhelpen had een van hen een lawaaierige pomp in de kelder geïnstalleerd, die volgens de buurman het grondwater van de hele wijk opzoog.
Zelf had ik nooit in dit huis gewoond, ik kende het alleen als bezoeker. Mijn familieherinneringen lagen verzonken in het domein met de acaciabomen, rozenperken, notelaars, fruitbomen en aalbessenstruiken aan het kanaal in Neerpelt, waar ik opgroeide.
Ik keek in alle kasten en laden van mijn vaders bureau, stapelde paperassen, schriften en brieven op de lege werktafel. Mijn vader was een bewaarder. Daarin verschilde hij diametraal van mijn moeder. Als we langskwamen vroeg ze onveranderlijk wat we later wilden hebben, dan zou ze onze naam erachterop schrijven. Ze liet niets van waarde na; ze had alles al weggegeven.
[Einde fragment - Lees het volledige stuk in Wilfried #2]
Tekst
Lieve Joris
uit Wilfried #2
Lente 2021
Het leegmaken van het ouderlijk huis is een van de meest confronterende gebeurtenissen in een mensenleven. Daarover gaat dit beklijvende, autobiografische verhaal van Lieve Joris, de grand lady van de Nederlandstalige non-fictie. In Terug naar Neerpelt (2018) schreef ze over het huis aan het kanaal waar ze opgroeide als middelste kind in een woelig gezin van negen. Dit verhaal speelt zich af in het ouderlijk huis in Hasselt, waar ze na de dood van haar vader neerstrijkt met haar jongere zus Hildeke. Terwijl ze haar vaders brieven, foto’s en paperassen doorzoekt, stuit ze ook op documenten van haar overleden broer Fonny en komt het familieverleden onstuitbaar opzetten.
Het huis rook naar vocht. Zodra ik de gang in liep, rook ik het weer, en ook in mijn vaders bureau walmde het me tegemoet. Je raakte eraan gewend, maar het kroop in je kleren; in de trein naar Amsterdam schaamde ik me telkens voor de ouwe lucht die om me heen hing. Water in de kelder – het mankement had zich al lang geleden aangediend. Volgens de buurman was dit een moerassig gebied en had niemand hier een kelder. Het conglomeraat van bevriende zelfstandigen dat mijn vader had geholpen bij de bouw van het huis was daar niet van op de hoogte geweest. In een poging het euvel te verhelpen had een van hen een lawaaierige pomp in de kelder geïnstalleerd, die volgens de buurman het grondwater van de hele wijk opzoog.
Zelf had ik nooit in dit huis gewoond, ik kende het alleen als bezoeker. Mijn familieherinneringen lagen verzonken in het domein met de acaciabomen, rozenperken, notelaars, fruitbomen en aalbessenstruiken aan het kanaal in Neerpelt, waar ik opgroeide.
Ik keek in alle kasten en laden van mijn vaders bureau, stapelde paperassen, schriften en brieven op de lege werktafel. Mijn vader was een bewaarder. Daarin verschilde hij diametraal van mijn moeder. Als we langskwamen vroeg ze onveranderlijk wat we later wilden hebben, dan zou ze onze naam erachterop schrijven. Ze liet niets van waarde na; ze had alles al weggegeven.
[Einde fragment - Lees het volledige stuk in Wilfried #2]
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
Onze website maakt gebruik van cookies. Door verder te surfen, aanvaard je dat we dat doen.