Tekst
Paul Magnette
Tekst
Georgios Maillis
uit Wilfried #1
herfst 2020
Paul Magnette, burgervader der Carolo’s, schreef speciaal voor Wilfried deze confronterende reportage over Charleroi. Nee, niet zijn geboortestad in het Waalse Pays Noir, we hebben het over Charleroi in Pennsylvania, een kwijnend stadje aan de Monongahela River met vierduizend inwoners, een hoofdstraat, een treinstation, twee kerken en een fabriek. Bijnaam: Magic City. Lees hier hoe Magnette ontdekt dat beide Charlerois kampen met dezelfde problemen na de sluiting van de industrie. En zijn reis werpt ook ongemakkelijke politieke vragen op: waarom stemmen zo veel arbeiders in de streek op Trump?
In Pittsburgh vertelden we enkele locals dat we van plan waren op bezoek te gaan in Charleroi, 33 kilometer verderop. Ze trokken grote ogen. Als we wilden zien hoe de rust belt zich hersteld had na de sluiting van de staalfabrieken, moesten we vooral in Pittsburgh zelf blijven. Wat gingen we in godsnaam in de vallei zoeken? Daar waren de problemen ten gevolge van de industriële teloorgang nog overal zichtbaar. Maar voor ons was het simpelweg ondenkbaar dat we geen halt zouden houden in de enige stad ter wereld die naar ons Charleroi genoemd is.
Het klopt, Pittsburgh biedt alle antwoorden op de problemen van een postindustriële economie. De stad herontdekte haar rivieren, maakte verlaten fabrieken met de grond gelijk, bouwde immense parkingtorens en ontwierp nieuwe parken en pleinen op de vrijgekomen ruimtes. De zakenwereld kwam zich er vestigen en smeedde met de opeenvolgende Democratische burgemeesters een heilige alliantie: samen trokken ze prestigieuze technologieprojecten aan en investeerden ze zwaar in het Cultural District. We bezochten de onmetelijke campussen van de twee grote universiteiten die de stad rijk is. In Starbucks en Shake Shack schuilden we voor de sneeuw, tussen aan hun laptopscherm gekluisterde studenten.
In het spoor van Jennifer Beals, wier intense danspassen uit Flashdance onze jonge jaren op hun kop zetten, wandelden we door de Pittsburghse wijk waar die film werd opgenomen. Waar ooit fabrieken stonden, zagen we nu niets dan lofts en hippe bars waar niemand nog weet wie Jennifer Beals is. Aan de overkant van de rivier ligt het Andy Warhol Museum. ’s Mans belangrijkste werken staan er tentoongesteld sinds hij ze schonk aan zijn geboortestad.
Oud-burgemeester Tom Murphy leidde
ons rond in zijn stad. Met prachtige patriciërswoningen, met nieuwe woningprojecten die de straten van de oude Midwest imiteren, toen staalgieterijen en walserijen nog de rijkdom verzekerden. Immense stadions van de plaatselijke baseball- en American footballclubs waren gebouwd
op de heuvels waar destijds staalfabrieken stonden. Er waren voormalige kraakpanden waarin Google een van zijn belangrijkste onderzoekscentra onderbracht en zo een stroom aan hippe yuppies naar de stad trok. Pittsburgh heeft zijn strijd gewonnen en brak daarmee finaal met het verleden. Enkel de U.S. Steel Tower van het machtige Amerikaanse staalbedrijf houdt de herinnering in stand van het oude Pittsburgh, een stad van zware industrie.
Op aanraden van Tom Murphy verlieten we de snelweg, en legden we de 30 mijl van Pittsburgh naar Charleroi af via de Route 88, langs de Monongahelarivier. ‘It’s quite devastated down there’, had hij ons gewaarschuwd, zichtbaar teleurgesteld omdat hij er niet in was geslaagd om de herrijzenis van Pittsburgh ook in de vallei waar te maken. We reden langs kleine fabrieken, die nog min of meer actief leken. Langs mooie villa’s met witte houten voorgevels en grote tuinen, die toonden dat deze streek ooit rijk was geweest. Langs kleine arbeiderswoningen met afgebladderde verf op de muren, die toonden dat die rijkdom verleden tijd is.
In tegenstelling tot Pittsburgh is Charleroi geen metropool met vijf miljoen inwoners. Geen universiteit. Geen downtown waar je rondleidingen kan volgen om de geschiedenis van de stad te leren. Het fortuin en geluk dat ooit aanwaaide is hier al lang niet meer te vinden. Is dat het lot van beide Charlerois? Magritte groeide op aan onze kanalen en heuvels, maar zijn museum ligt in Brussel.
Aan het eind van de Route 88 worden we trots verwelkomd door een bord met de boodschap Welcome to Historic Downtown Charleroi, More than 100 businesses to serve you. Een politievoertuig wacht ons op, stoom aflatend in de ijskoude lucht. Ik lees Charleroi Regional Police op de zijkant van de wagen, die rechtstreeks lijkt weggereden uit een Starsky & Hutch-episode. De wagen rijdt voor ons in de verlaten straten, in een poging alles te laten zien dat aan een echte stad doet denken. Als uitgelaten pubers tijdens een schoolreis fotograferen we alles waar de naam van de stad op staat geschreven. United States Post Office, Charleroi PA, 15022. Charleroi Pyrex Company. Charleroi Second Chance Community Church. Charleroi Masonic Hall.
Onze escorte neemt een korte pauze alvorens het Historic District in te rijden. Een lange rechte straat met aan weerszijden winkeltjes, steunend op funderingen die op het einde van de negentiende eeuw werden gebouwd. We lijken in een Lucky Luke-album beland, op de allereerste bladzijde, wanneer de lonesome cowboy op zijn paard een nieuwe stad binnendraaft. Het beeld blijft maar enkele seconden hangen. Wanneer we de tweedehandswagendealers en parkings zien, zijn we de stad alweer uit. Onze gids draait tweemaal links af en negeert daarbij de rode lichten, misschien om zijn autoriteit te benadrukken, misschien omdat er toch niemand op de baan is op een besneeuwde dag als deze. Plots bevinden we ons niet langer in een stripalbum van Lucky Luke, maar midden in een scène van de film Fargo.Op de stoep van het stadhuis worden we opgewacht door een officiële delegatie onder een in de gauwte gedrukt spandoek: Welcome to our Sister City. Charleroi, Belgium. Iedereen is aanwezig: de burgemeester, gemeenteraadsleden en hun echtgenotes, politieofficieren, en enkele buurtbewoners
die op ‘aanwezig’ hebben geklikt bij het Facebookevenement Mayor of Charleroi BE, Official Visit. Wat bedoeld was als een bescheiden privéaangelegenheid is plots een officieel bezoek. Ik herken de burgemeester, Ed Byrner, die ik heb gegoogeld voor we aankwamen. Enkele maanden terug werd deze oud-fabrieksarbeider van 63 jaar verkozen tot burgemeester. Hij kwam op voor de Democraten en was de enige verkiesbare kandidaat. Wit sikje, azuurblauwe ogen, zwartleren jas en baseballpet. Hij drukt me heel hartelijk de hand. Daarna schudt iedereen de hand van iedereen, inclusief brede glimlachen en uitvoerige begroetingen. We zijn hier amper vijf minuten, maar voelen ons al thuis in Charleroi. Het wordt snel duidelijk dat onze Amerikaanse broeders en zusters ons niet zomaar zullen laten gaan. ‘Het is 36 jaar geleden dat een burgemeester van uw stad ons kwam bezoeken’, vertelt een raadslid terwijl we de trappen oplopen en ze me de krantenknipsels toont van dat bezoek. Ze licht toe: ‘Voor ons is dit een hele belevenis, weet u.’ Voor ons ook.
We bezoeken alles. De raadszaal, waar een grote kaart van het Belgische Charleroi hangt. De grote zaal ernaast, waar men ter ere van ons bezoek de portretten heeft opgehangen van alle oud-burgemeesters en alle afbeeldingen die ze konden vinden van de Amerikaanse pioniersstad Charleroi, die in 1905 door Roosevelt werd bezocht. We nemen de trap naar de bovenste verdieping om de concertzaal te bewonderen. De archieven zijn van de zolder gehaald en worden hier bewaard, omdat het dak regen doorlaat. De herstelwerken beginnen binnenkort. We dalen weer af naar het gelijkvloers om de kantoren van de politie en de sheriff te bekijken, en de cel. Daarna moeten we verder. Het is een strakke planning. De vertegenwoordigers van de business community wachten op ons in het River House Cafe.Wanneer we daar aankomen, is iedereen er al. Ze zitten aan een lange U-vormige tafel en hebben de ereplaatsen voor ons vrijgehouden: recht tegenover hen, als bij een huwelijk. Ed Bryner nodigt mij en mijn first lady uit om te gaan zitten en zet zich zwijgend naast de zijne. De man is niet bepaald een spraakwaterval. De rol van ceremoniemeester laat hij dan ook over aan een van zijn raadsleden. Larry Celaschi Jr draagt het shirt dat zijn grootvader meenam na zijn bezoek aan Charleroi, België, meer dan twintig jaar geleden. Hij steekt trots zijn borst vooruit om ons de Waalse vlag te tonen: ‘You see, the rooster?’
[ Einde fragment - Voor de volledige reportage: Wilfried #1]
Tekst
Paul Magnette
Tekst
Georgios Maillis
uit Wilfried #1
herfst 2020
Paul Magnette, burgervader der Carolo’s, schreef speciaal voor Wilfried deze confronterende reportage over Charleroi. Nee, niet zijn geboortestad in het Waalse Pays Noir, we hebben het over Charleroi in Pennsylvania, een kwijnend stadje aan de Monongahela River met vierduizend inwoners, een hoofdstraat, een treinstation, twee kerken en een fabriek. Bijnaam: Magic City. Lees hier hoe Magnette ontdekt dat beide Charlerois kampen met dezelfde problemen na de sluiting van de industrie. En zijn reis werpt ook ongemakkelijke politieke vragen op: waarom stemmen zo veel arbeiders in de streek op Trump?
In Pittsburgh vertelden we enkele locals dat we van plan waren op bezoek te gaan in Charleroi, 33 kilometer verderop. Ze trokken grote ogen. Als we wilden zien hoe de rust belt zich hersteld had na de sluiting van de staalfabrieken, moesten we vooral in Pittsburgh zelf blijven. Wat gingen we in godsnaam in de vallei zoeken? Daar waren de problemen ten gevolge van de industriële teloorgang nog overal zichtbaar. Maar voor ons was het simpelweg ondenkbaar dat we geen halt zouden houden in de enige stad ter wereld die naar ons Charleroi genoemd is.
Het klopt, Pittsburgh biedt alle antwoorden op de problemen van een postindustriële economie. De stad herontdekte haar rivieren, maakte verlaten fabrieken met de grond gelijk, bouwde immense parkingtorens en ontwierp nieuwe parken en pleinen op de vrijgekomen ruimtes. De zakenwereld kwam zich er vestigen en smeedde met de opeenvolgende Democratische burgemeesters een heilige alliantie: samen trokken ze prestigieuze technologieprojecten aan en investeerden ze zwaar in het Cultural District. We bezochten de onmetelijke campussen van de twee grote universiteiten die de stad rijk is. In Starbucks en Shake Shack schuilden we voor de sneeuw, tussen aan hun laptopscherm gekluisterde studenten.
In het spoor van Jennifer Beals, wier intense danspassen uit Flashdance onze jonge jaren op hun kop zetten, wandelden we door de Pittsburghse wijk waar die film werd opgenomen. Waar ooit fabrieken stonden, zagen we nu niets dan lofts en hippe bars waar niemand nog weet wie Jennifer Beals is. Aan de overkant van de rivier ligt het Andy Warhol Museum. ’s Mans belangrijkste werken staan er tentoongesteld sinds hij ze schonk aan zijn geboortestad.
Oud-burgemeester Tom Murphy leidde
ons rond in zijn stad. Met prachtige patriciërswoningen, met nieuwe woningprojecten die de straten van de oude Midwest imiteren, toen staalgieterijen en walserijen nog de rijkdom verzekerden. Immense stadions van de plaatselijke baseball- en American footballclubs waren gebouwd
op de heuvels waar destijds staalfabrieken stonden. Er waren voormalige kraakpanden waarin Google een van zijn belangrijkste onderzoekscentra onderbracht en zo een stroom aan hippe yuppies naar de stad trok. Pittsburgh heeft zijn strijd gewonnen en brak daarmee finaal met het verleden. Enkel de U.S. Steel Tower van het machtige Amerikaanse staalbedrijf houdt de herinnering in stand van het oude Pittsburgh, een stad van zware industrie.
Op aanraden van Tom Murphy verlieten we de snelweg, en legden we de 30 mijl van Pittsburgh naar Charleroi af via de Route 88, langs de Monongahelarivier. ‘It’s quite devastated down there’, had hij ons gewaarschuwd, zichtbaar teleurgesteld omdat hij er niet in was geslaagd om de herrijzenis van Pittsburgh ook in de vallei waar te maken. We reden langs kleine fabrieken, die nog min of meer actief leken. Langs mooie villa’s met witte houten voorgevels en grote tuinen, die toonden dat deze streek ooit rijk was geweest. Langs kleine arbeiderswoningen met afgebladderde verf op de muren, die toonden dat die rijkdom verleden tijd is.
In tegenstelling tot Pittsburgh is Charleroi geen metropool met vijf miljoen inwoners. Geen universiteit. Geen downtown waar je rondleidingen kan volgen om de geschiedenis van de stad te leren. Het fortuin en geluk dat ooit aanwaaide is hier al lang niet meer te vinden. Is dat het lot van beide Charlerois? Magritte groeide op aan onze kanalen en heuvels, maar zijn museum ligt in Brussel.
Aan het eind van de Route 88 worden we trots verwelkomd door een bord met de boodschap Welcome to Historic Downtown Charleroi, More than 100 businesses to serve you. Een politievoertuig wacht ons op, stoom aflatend in de ijskoude lucht. Ik lees Charleroi Regional Police op de zijkant van de wagen, die rechtstreeks lijkt weggereden uit een Starsky & Hutch-episode. De wagen rijdt voor ons in de verlaten straten, in een poging alles te laten zien dat aan een echte stad doet denken. Als uitgelaten pubers tijdens een schoolreis fotograferen we alles waar de naam van de stad op staat geschreven. United States Post Office, Charleroi PA, 15022. Charleroi Pyrex Company. Charleroi Second Chance Community Church. Charleroi Masonic Hall.
Onze escorte neemt een korte pauze alvorens het Historic District in te rijden. Een lange rechte straat met aan weerszijden winkeltjes, steunend op funderingen die op het einde van de negentiende eeuw werden gebouwd. We lijken in een Lucky Luke-album beland, op de allereerste bladzijde, wanneer de lonesome cowboy op zijn paard een nieuwe stad binnendraaft. Het beeld blijft maar enkele seconden hangen. Wanneer we de tweedehandswagendealers en parkings zien, zijn we de stad alweer uit. Onze gids draait tweemaal links af en negeert daarbij de rode lichten, misschien om zijn autoriteit te benadrukken, misschien omdat er toch niemand op de baan is op een besneeuwde dag als deze. Plots bevinden we ons niet langer in een stripalbum van Lucky Luke, maar midden in een scène van de film Fargo.Op de stoep van het stadhuis worden we opgewacht door een officiële delegatie onder een in de gauwte gedrukt spandoek: Welcome to our Sister City. Charleroi, Belgium. Iedereen is aanwezig: de burgemeester, gemeenteraadsleden en hun echtgenotes, politieofficieren, en enkele buurtbewoners
die op ‘aanwezig’ hebben geklikt bij het Facebookevenement Mayor of Charleroi BE, Official Visit. Wat bedoeld was als een bescheiden privéaangelegenheid is plots een officieel bezoek. Ik herken de burgemeester, Ed Byrner, die ik heb gegoogeld voor we aankwamen. Enkele maanden terug werd deze oud-fabrieksarbeider van 63 jaar verkozen tot burgemeester. Hij kwam op voor de Democraten en was de enige verkiesbare kandidaat. Wit sikje, azuurblauwe ogen, zwartleren jas en baseballpet. Hij drukt me heel hartelijk de hand. Daarna schudt iedereen de hand van iedereen, inclusief brede glimlachen en uitvoerige begroetingen. We zijn hier amper vijf minuten, maar voelen ons al thuis in Charleroi. Het wordt snel duidelijk dat onze Amerikaanse broeders en zusters ons niet zomaar zullen laten gaan. ‘Het is 36 jaar geleden dat een burgemeester van uw stad ons kwam bezoeken’, vertelt een raadslid terwijl we de trappen oplopen en ze me de krantenknipsels toont van dat bezoek. Ze licht toe: ‘Voor ons is dit een hele belevenis, weet u.’ Voor ons ook.
We bezoeken alles. De raadszaal, waar een grote kaart van het Belgische Charleroi hangt. De grote zaal ernaast, waar men ter ere van ons bezoek de portretten heeft opgehangen van alle oud-burgemeesters en alle afbeeldingen die ze konden vinden van de Amerikaanse pioniersstad Charleroi, die in 1905 door Roosevelt werd bezocht. We nemen de trap naar de bovenste verdieping om de concertzaal te bewonderen. De archieven zijn van de zolder gehaald en worden hier bewaard, omdat het dak regen doorlaat. De herstelwerken beginnen binnenkort. We dalen weer af naar het gelijkvloers om de kantoren van de politie en de sheriff te bekijken, en de cel. Daarna moeten we verder. Het is een strakke planning. De vertegenwoordigers van de business community wachten op ons in het River House Cafe.Wanneer we daar aankomen, is iedereen er al. Ze zitten aan een lange U-vormige tafel en hebben de ereplaatsen voor ons vrijgehouden: recht tegenover hen, als bij een huwelijk. Ed Bryner nodigt mij en mijn first lady uit om te gaan zitten en zet zich zwijgend naast de zijne. De man is niet bepaald een spraakwaterval. De rol van ceremoniemeester laat hij dan ook over aan een van zijn raadsleden. Larry Celaschi Jr draagt het shirt dat zijn grootvader meenam na zijn bezoek aan Charleroi, België, meer dan twintig jaar geleden. Hij steekt trots zijn borst vooruit om ons de Waalse vlag te tonen: ‘You see, the rooster?’
[ Einde fragment - Voor de volledige reportage: Wilfried #1]
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
Onze website maakt gebruik van cookies. Door verder te surfen, aanvaard je dat we dat doen.