Met pijn in het hart moeten we u meedelen dat de Nederlandstalige Wilfried ermee stopt. De perscoöperatie Wilfried SC, uitgever van het blad, verkeert in financieel slecht weer en wil zich volledig richten op de redding van de Franstalige Wilfried. Ook het Franstalige sportblad Eddy, de derde uitgave van de coöperatie, zal niet meer verschijnen.Vandaag gaat onze grote dank uit naar jullie, voor alle steun in goede en slechte tijden.
Op deze trieste dag overheerst de trots op het werk. In een veel te kort leven was Wilfried een zeldzame spookrijder in de Vlaamse pers: een blad met de blik op héél België. Voor het eerst keken journalisten, reporters, non-fictieschrijvers, fotografen en tekenaars uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel naar hun verdeelde/gespleten/redelijk bijzondere land. Onze motor draaide op nieuwsgierigheid, lust tot ontdekking, gulzigheid naar verhalen, inzicht. Van Welkenraedt tot Oostende. Ver van de politieke slagveldjournalistiek in de Wetstraat.
To boldly go where no one has gone before – het devies van Star Trek - sloeg bij ons niet op verre melkwegen, maar op een onbekend, weinig België waarbij een gehucht van de provincie Luxemburg of een camping in Hastière even belangrijk waren als een hoofdstedelijk salon. Enkele keren werden we vergeleken met het Nieuw Wereldtijdschrift. Literatuur en literaire non-fictie kregen altijd een ereplaats, zoals nieuw werk van Lieve Joris. De boekhandel was evenzeer onze biotoop als de krantenwinkel. We gaven ook ruim baan aan de beste schrijvers van Franstalig België zoals Caroline Lamarche, Nathalie Skowronek en Philippe Marczewski die niet of zeer zelden aan bod komen in Vlaanderen. Omgekeerd was de Franstalige Wilfried een open deur voor veel Vlaamse schrijvers. Onder meer daarom mochten we ons van in het begin verheugen in trouwe, warme achterban van lezers, alsook vakbroeders en -zusters. Bart Van Loo, Margot Vanderstraeten, Koen Peeters, Paul Demets, Chris De Stoop, Lieve Joris, Jeroen Olyslaegers, Jozef Deleu, Lize Spit en zoveel anderen bleven ons met overtuiging steunen op sociale media, nummer na nummer. En geen enkele quote was ‘besteld’. Bij gebrek aan een promotiebudget waren ze ook onze enige publi-hefboom.
België is ook een visueel begrip. Om dit spannend in beeld te krijgen werkte Wilfried alleen met de beste fotografen. Het blad had een eigen visuele smoel. Fotografen voelden er zich erg thuis, hun werk werd met de grootste aandacht gepresenteerd en geëerd – denk aan rubrieken als Belgorama en Tijdsbeeld.
Op redactioneel vlak was Wilfried een goed draaiend vierkant van freelancers met Pascal Verbeken/Tom Pardoen voor de inhoud, en Marij Mijlemans voor de eindredactie. Karel Anthierens, de godvader van de Vlaamse magazinepers, hoofdredacteur van Humo in de jaren ‘60, engelbewaarder van het satirische blad De Zwijger van zijn broer Johan én de meest geduchte taalbewaker in de werelddelen waar het Nederlands gesproken wordt, berichtte ons: ,Wat een goed Nederlands! Ik kan geen krant of blad lezen zonder dat ik me stoor aan kromtaal. In Wilfried is dat me bespaard gebleven. Dit blad gaat niet over flauwekul, het brengt geen praat voor de vaak, alles heeft Hand und Fuss. Geen bladvulling.’
Voor de vormgeving tekende Pieter Willems en zijn ploeg van Pjotr. De eerste Wilfried is gemaakt op een paar vierkante meter in de voorplaats van Pieter Willems huis aan de Gentse Dampoort. Een jaar later wint Pjotr de Henry Van de Velde Award, de belangrijkste grafische onderscheiding in België. Ook dat was Wilfried, de ontmoeting van aanstormend talent op het juiste moment.
Het moeilijkste, meest ondankbare werk was de publiciteitswerving en promotie. Voor Tine Verschaeve was het water uit de rotsen slaan zonder de multimediale marketinghefbomen van een groot mediahuis.Wilfried was een werk van liefde, maar ook een continu gevecht. De productie van elk nummer was telkens weer toveren, bij gebrek aan middelen.
Wilfried was een blad dat journalistieke traditie ademde, nooit liep er een fanfare van verkopers voor de journalisten uit. We brachten belangrijke fotografen als Georges Vercheval. Of Patrick De Spiegelaere (over tien pagina’s) die vorig jaar zestig zou geworden zijn. Zij trokken de voren waarin wij verder werken. Het was een eer om sterk nieuw werk van Lieve Joris te mogen brengen. Tegelijk huldigden we de idee dat een blad ook een kweekvijver moet zijn, een deel van een gezond journalistiek systeem dat kansen geeft en zich vernieuwt. Veel tijd werd geïnvesteerd in het zoeken van nieuw talent op sociale media.
Ondanks de penibele financiële situatie wil de coöperatie Wilfried waardig afscheid nemen. De facturen van medewerkers worden correct betaald.
Wat de compensatie van abonnees betreft hebben de abonnees met nummers nog te krijgen een email gekregen. Ben je een abonnee en heb je niks gekregen? Stuur dan een email naar hello@wilfriedmag.be.
Bedankt voor uw begrip,
Met pijn in het hart moeten we u meedelen dat de Nederlandstalige Wilfried ermee stopt. De perscoöperatie Wilfried SC, uitgever van het blad, verkeert in financieel slecht weer en wil zich volledig richten op de redding van de Franstalige Wilfried. Ook het Franstalige sportblad Eddy, de derde uitgave van de coöperatie, zal niet meer verschijnen.Vandaag gaat onze grote dank uit naar jullie, voor alle steun in goede en slechte tijden.
Op deze trieste dag overheerst de trots op het werk. In een veel te kort leven was Wilfried een zeldzame spookrijder in de Vlaamse pers: een blad met de blik op héél België. Voor het eerst keken journalisten, reporters, non-fictieschrijvers, fotografen en tekenaars uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel naar hun verdeelde/gespleten/redelijk bijzondere land. Onze motor draaide op nieuwsgierigheid, lust tot ontdekking, gulzigheid naar verhalen, inzicht. Van Welkenraedt tot Oostende. Ver van de politieke slagveldjournalistiek in de Wetstraat.
To boldly go where no one has gone before – het devies van Star Trek - sloeg bij ons niet op verre melkwegen, maar op een onbekend, weinig België waarbij een gehucht van de provincie Luxemburg of een camping in Hastière even belangrijk waren als een hoofdstedelijk salon. Enkele keren werden we vergeleken met het Nieuw Wereldtijdschrift. Literatuur en literaire non-fictie kregen altijd een ereplaats, zoals nieuw werk van Lieve Joris. De boekhandel was evenzeer onze biotoop als de krantenwinkel. We gaven ook ruim baan aan de beste schrijvers van Franstalig België zoals Caroline Lamarche, Nathalie Skowronek en Philippe Marczewski die niet of zeer zelden aan bod komen in Vlaanderen. Omgekeerd was de Franstalige Wilfried een open deur voor veel Vlaamse schrijvers. Onder meer daarom mochten we ons van in het begin verheugen in trouwe, warme achterban van lezers, alsook vakbroeders en -zusters. Bart Van Loo, Margot Vanderstraeten, Koen Peeters, Paul Demets, Chris De Stoop, Lieve Joris, Jeroen Olyslaegers, Jozef Deleu, Lize Spit en zoveel anderen bleven ons met overtuiging steunen op sociale media, nummer na nummer. En geen enkele quote was ‘besteld’. Bij gebrek aan een promotiebudget waren ze ook onze enige publi-hefboom.
België is ook een visueel begrip. Om dit spannend in beeld te krijgen werkte Wilfried alleen met de beste fotografen. Het blad had een eigen visuele smoel. Fotografen voelden er zich erg thuis, hun werk werd met de grootste aandacht gepresenteerd en geëerd – denk aan rubrieken als Belgorama en Tijdsbeeld.
Op redactioneel vlak was Wilfried een goed draaiend vierkant van freelancers met Pascal Verbeken/Tom Pardoen voor de inhoud, en Marij Mijlemans voor de eindredactie. Karel Anthierens, de godvader van de Vlaamse magazinepers, hoofdredacteur van Humo in de jaren ‘60, engelbewaarder van het satirische blad De Zwijger van zijn broer Johan én de meest geduchte taalbewaker in de werelddelen waar het Nederlands gesproken wordt, berichtte ons: ,Wat een goed Nederlands! Ik kan geen krant of blad lezen zonder dat ik me stoor aan kromtaal. In Wilfried is dat me bespaard gebleven. Dit blad gaat niet over flauwekul, het brengt geen praat voor de vaak, alles heeft Hand und Fuss. Geen bladvulling.’
Voor de vormgeving tekende Pieter Willems en zijn ploeg van Pjotr. De eerste Wilfried is gemaakt op een paar vierkante meter in de voorplaats van Pieter Willems huis aan de Gentse Dampoort. Een jaar later wint Pjotr de Henry Van de Velde Award, de belangrijkste grafische onderscheiding in België. Ook dat was Wilfried, de ontmoeting van aanstormend talent op het juiste moment.
Het moeilijkste, meest ondankbare werk was de publiciteitswerving en promotie. Voor Tine Verschaeve was het water uit de rotsen slaan zonder de multimediale marketinghefbomen van een groot mediahuis.Wilfried was een werk van liefde, maar ook een continu gevecht. De productie van elk nummer was telkens weer toveren, bij gebrek aan middelen.
Wilfried was een blad dat journalistieke traditie ademde, nooit liep er een fanfare van verkopers voor de journalisten uit. We brachten belangrijke fotografen als Georges Vercheval. Of Patrick De Spiegelaere (over tien pagina’s) die vorig jaar zestig zou geworden zijn. Zij trokken de voren waarin wij verder werken. Het was een eer om sterk nieuw werk van Lieve Joris te mogen brengen. Tegelijk huldigden we de idee dat een blad ook een kweekvijver moet zijn, een deel van een gezond journalistiek systeem dat kansen geeft en zich vernieuwt. Veel tijd werd geïnvesteerd in het zoeken van nieuw talent op sociale media.
Ondanks de penibele financiële situatie wil de coöperatie Wilfried waardig afscheid nemen. De facturen van medewerkers worden correct betaald.
Wat de compensatie van abonnees betreft hebben de abonnees met nummers nog te krijgen een email gekregen. Ben je een abonnee en heb je niks gekregen? Stuur dan een email naar hello@wilfriedmag.be.
Bedankt voor uw begrip,
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
The Mug Coworking
Charles Martelstraat 8
1000 Brussel
BTW BE0676776324
info@wilfriedmag.be
Redactie: pv@wilfriedmag.be
Onze website maakt gebruik van cookies. Door verder te surfen, aanvaard je dat we dat doen.